Eten in zicht

Hoe zit het eigenlijk met koolhydraten?

Het imago van koolhydraten is aan het veranderen. Was tot een aantal jaar geleden vet niet goed, nu lijken de koolhydraten in de ban te gaan. Hoe zit het eigenlijk met de koolhydraten? 

Wat zijn koolhydraten?

Een koolhydraat kun je simpel gezegd zien als een kralenketting. Het ene koolhydraat is een korte ketting, het andere juist weer langer. In het lichaam wordt zo’n ketting afgebroken tot losse kralen of te wel tot glucose. Glucose is dé brandstof voor je spieren, maar ook voor je hersenen. Je hersenen leven zelfs van glucose. Dit betekent dat je lichaam altijd zal zorgen dat er glucose is. Ook als je helemaal geenkoolhydraten zou eten.

Door naar de lengte van de koolhydraten te kijken, kun je ze onderverdelen:

  1. Zetmeel
    Zetmeel is een lang koolhydraat. Het komt bijvoorbeeld voor in brood en crackers, aardappelen, rijst en pasta, maar ook in peulvruchten zoals bruin bonen en linzen.
  2. Vruchtensuiker
    Vruchtensuiker = fructose en is een kort koolhydraat, het bestaat maar uit één kraal. Vruchtensuiker zit in alle soorten fruit en ook in vruchtensappen
  3. Melksuiker
    Melksuiker is ook kort koolhydraat, het bestaat uit 2 kralen. Melksuiker zit van nature in melk en ook in producten die van melk zijn gemaakt zoals yoghurt, karnemelk en kwark
  4. Suiker
    Ook suiker is een kort koolhydraat en bestaat uit 2 kralen. Je kent suiker in de vorm van kristalsuiker en zoals het wordt toegevoegd aan vele producten om een zoete smaak te geven.

Koolhydraten dienen dus als brandstof. Op het moment dat je meer koolhydraten binnenkrijgt dan je op dat nodig hebt, legt je lichaam een voorraadje koolhydraten aan. Dit is echter maar een klein voorraadje. Wanneer dit vol is, zet je lichaam de rest van de koolhydraten om in een andere voorraad, namelijk vet. Kort gezegd moet er dus een evenwicht zijn tussen de hoeveelheid koolhydraten die je eet en hoeveel je verbruikt.

Gezonde koolhydraten

Maakt het wat uit welke koolhydraten je eet? Ja, dat lijkt uit te maken. Het komt er op neer dat je het best kunt kiezen voor koolhydraten waarvoor je lichaam moeite moet doen. Moeite om te kauwen en moeite om te verteren. Dit betekent:

  • Dat je beter volkoren producten kunt eten dan witte. Dus liever volkorenbrood, zilvervliesrijst, volkoren pasta en peulvruchten dan wit brood, witte rijst en witte pasta. In volkorenproducten zitten meer voedingsvezels, vitaminen en mineralen en dat is gezonder voor je lijf.
  • Dat fruit beter is dan vruchtensap. In fruit zijn namelijk de vezels in tact. En in fruit zit minder suiker. Je hebt namelijk voor een glas sinaasappelsap al snel 3 sinaasappels nodig.
  • Dat je het liefst geen suiker toevoegt en zo weinig mogelijk producten eet en drinkt die zijn gezoet met suiker. Waarom? Omdat deze producten weinig of geen vitaminen en mineralen leveren. Omdat je bij teveel makkelijk een vetvoorraad aanlegt. Omdat teveel suiker niet goed is voor je gebit (cariës). En omdat teveel suiker niet goed is voor je hart en bloedvaten. 

Samengevat kun je zeggen dat koolhydraten niet slecht zijn. Dat het ene koolhydraat wel beter voor je is dan het andere. En dat er een balans moet zijn tussen hoeveel koolhydraten je eet en hoeveel je nodig hebt.